Betaïne hydrochloride (HCL)
Wat is Betaïne hydrochloride (HCL)?
Wetenschappelijke naam
Trimethylglycine hydrochloride.
Gebruik
Betaïne is een aminozuur achtige stof die in sommige planten voorkomt, zoals bieten, spinazie en tarwe. Betaïne hydrochloride is de hydrochloride zoutvorm van betaïne. Het wordt vaak op de markt gebracht als een supplement voor de spijsvertering (93328, 93329). Hoewel betaïne hydrochloride supplementen betaïne bevatten, worden ze meestal gebruikt als bron van zoutzuur (16449).
Betaïne hydrochloride was voorheen in vrij verkrijgbare producten opgenomen, zoals maagzuur remmers en middelen voor de spijsvertering. In de Amerikaanse Code of Federal Regulations, titel 21, sectie 310.540, die van kracht ging op 10 november 1993, werd betaïne hydrochloride verboden voor gebruik in vrij verkrijgbare producten vanwege onvoldoende bewijs om het te classificeren als “algemeen erkend als veilig en effectief” (94.298). Tegenwoordig is betaïne hydrochloride dan ook alleen verkrijgbaar als voedingssupplement waarvan de zuiverheid en de potentie kunnen variëren.
Oraal wordt betaïne hydrochloride gebruikt als een aanvullende bron van zoutzuur om de maag aan te zuren en te helpen bij de spijsvertering. Het wordt tevens gebruikt voor hyperhomocysteïnemie, om hypokaliëmie te behandelen en als een leverbeschermer. Het wordt daarnaast ook gebruikt voor allergische rhinitis, bloedarmoede, astma, atherosclerose (slagaderverkalking), candidiasis (candida), diarree, voedselallergieën, galstenen, binnenoorontsteking, reumatoïde artritis en schildklieraandoeningen.
Werking
BetaÏne hydrochloride is de hydrochloride zoutvorm van betaïne (93328,93329). Hoewel betaïnehydrochloride een bron van betaïne is, wordt het over het algemeen alleen als bron van zoutzuur gebruikt (16449).
Maagreactie-effecten
Patiënten met medicatie-geïnduceerde hypochloorhydrie, zoals patiënten die protonpompremmers of H2-receptor antagonisten gebruiken, kunnen moeite hebben met het absorberen van bepaalde geneesmiddelen. Betaïne hydrochloride kan de maagzuurgraad tijdelijk verhogen om de opname van deze geneesmiddelen te verbeteren. De maagzuurgraad neemt toe binnen 6-12 minuten na orale inname van betaïne hydrochloride. Het effect houdt ongeveer 77 minuten aan, met de hoogste maagzuurgraad 15-30 minuten na inname (93328,93329). Onderzoek toont aan dat het nemen van 1500 mg betaïne hydrochloride samen met Dasatinib, die pH-afhankelijke oplosbaarheid heeft, de absorptie van Dasatinib kan verhogen bij patiënten met medicamenteuze hypochloorhydrie (93329).
Homocysteïne-verlagende effecten
Bij mensen vermindert een orale inname van 1,6 mg per dag betaïne hydrochloride samen met andere methyldonoren, waaronder vitamine B12 5 mcg per dag, vitamine B6 10 mg per dag en foliumzuur 600 mcg dagelijks, gedurende 8 weken, de incidentie van hyperhomocysteïnemie bij patiënten die ook het homocysteïne-verhogende middel Guanidinoazijnzuur gebruiken (93331). Hoewel betaïne hydrochloride door geneesmiddelen geïnduceerde verhogingen van homocysteïnegehalte kan remmen, wordt alleen het door de FDA goedgekeurde watervrije betaïne product geadviseerd voor de behandeling van homocystinurie.
Veiligheid
Mogelijk veilig
Wanneer oraal ingenomen als en enkele dosis van maximaal 1500 mg (93328, 93329). Er is onvoldoende betrouwbare informatie beschikbaar over de veiligheid van betaïne hydrochloride bij gebruik in meerdere doseringen. Gebruik alleen het door de FDA goedgekeurde watervrije betaïne voor de behandeling van homocystinurie.
Zwangerschap en borstvoeding
Onvoldoende betrouwbare informatie beschikbaar: vermijd te gebruiken.
Effectiviteit
Er is onvoldoende betrouwbare informatie beschikbaar over de effectiviteit van betaïne hydrochloride.
Bijwerkingen
Oraal lijkt betaïne hydrochloride geen significante bijwerkingen te veroorzaken wanneer het als een enkele dosis wordt ingenomen (93328, 93329). Theoretisch kan het zoutzuur geproduceerd uit betaïne hydrochloride maag- of darmzweren irriteren of de genezing van zweren bellemeren. Het kan daarnaast maagzuur veroorzaken.
Interacties
Medicijnen
Maagzuurremmers
Uit onderzoek onder mensen komt naar voren dat betaïne hydrochloride de maagzuurgraad verhoogt (93329). Maagzuurremmers worden genomen om de maagzuurgraad te verminderen. Theoretisch kan het nemen van betaïne hydrochloride samen met maagzuurremmers de effecten van de maagzuurremmers verminderen. Sommige maagzuurremmers bevatten calciumcarbonaat (Tums, anderen), dihydroxy aluminium natriumbicarbonaat (Rolaids, anderen), magaldraat (Riopan), magnesiumsulfaat (Bilagog), aluminium hydroxide (amphojel) en anderen.
Histaminereceptor 2-blokkers
Uit onderzoek onder mensen komt naar voren dat betaïne hydrochloride de maagzuurgraad verhoogt (93328, 93329). H2-blokkers worden gebruikt om de zuurgraad van de maag te verminderen. Theoretisch kan het nemen van betaïne hydrochloride samen met H2-blokkers de effecten van H2-blokkers verminderen. De H2-blokkers omvatten cimetidine (Tagamet), ranitidine (Zantac), nizatidine (Axid) en famotidine (Pepcid).
Protonpompremmer (PPI)
Uit onderzoek onder mensen komt naar voren dat betaïne hydrochloride de maagzuurgraad verhoogt (93328, 93329). Protonpompremmers (PPI’s) worden gebruikt om de zuurgraad van de maag te verminderen. Theoretisch kan het nemen van betaïne hydrochloride samen met PPI’s de effecten van PPI’s verminderen. PPI’s omvatten omeprazol (Prilosec), lansoprazol (Prevacid)m Rabeprazol (Aciphex), pantoprazol (Protonix) en esomeprazol (Nexium).
Aspirine (acetylsalicylzuur) werkt als een ontstekingsremmende pijnstiller. Deze pijnstillers noemt men ook wel NSAID’s. In combinatie met betaïne HCL is het verstandig om eerst een deskundige te raadplegen.
Kruiden en supplementen
Geen bijwerkingen bekend.
Voedsel
Geen bijwerkingen bekend.
Lab testen
Geen bijwerkingen bekend.
Ziektes
Peptische Ulcus Ziekte
Betaïne hydrochloride kan de zuurgraad van de maag verhogen (93328,93329). Theoretisch kan het zoutzuur geproduceerd uit betaïne hydrochloride zweren irriteren of de genezing belemmeren.
Dosering
Er is onvoldoende betrouwbare informatie over de dosering en het gebruik van betaïne hydrochloride.
- 16449 Anon. Betaine. Monograph. Altern Med Rev 2003;8:193-6.
- 93328 Yago MR, Frymoyer A, Benet LZ, Smelick GS, Frassetto LA, Ding X, Dean B, Salphati L, Budha N, Jin JY, Dresser MJ, Ware JA. The use of betaine HCl to enhance dasatinib absorption in healthy volunteers with rabeprazole-induced hypochlorhydria. AAPS J. 2014 Nov;16(6):1358-65.
- 93329 Yago MR, Frymoyer AR, Smelick GS, Frassetto LA, Budha NR, Dresser MJ, Ware JA, Benet LZ. Gastric reacidification with betaine HCl in healthy volunteers with rabeprazole-induced hypochlorhydria. Mol Pharm. 2013 Nov 4;10(11):4032-7.
- 93330 Leiper JB, Maughan RJ. Absorption of water and solute from glucose-electrolyte solutions in the human jejunum: effect of citrate or betaine. Scand J Gastroenterol. 1989 Nov;24(9):1089-94.
- 93331 Ostojic SM, Niess B, Stojanovic M, Obrenovic M. Co-administration of methyl donors along with guanidinoacetic acid reduces the incidence of hyperhomocysteinaemia compared with guanidinoacetic acid administration alone. Br J Nutr. 2013 Sep 14;110(5):865-70.
- 94298 Electronic Code of Federal Regulations. Title 21. PART 310 – New Drugs. Available at: https://www.accessdata.fda.gov/scripts/cdrh/cfdocs/cfcfr/CFRSearch.cfm?f….