Orthomoleculair kennisinstituut
Menu

Vitamine D tekort of niet? Hier komt de verwarring vandaan!

24 april 2023
7 minuten leestijd

In een gezondheidslandschap waar de een nog harder schreeuwt dan de ander, waar soms één waarheid lijkt te bestaan, is het lastig om tussen het zwart-witdenken gewogen antwoorden te vinden. Vitamine D is er zo eentje. Moet bijvoorbeeld iedereen vitamine D slikken of geldt dit alleen voor een kleine groep mensen?

Is gezondheid ook jouw passie en wil je meer leren over voeding en suppletie? Bekijk dan eens onze e-learning Orthomoleculair Adviseur Basis.

Wat is nodig voor een goede vitamine D-aanmaak?

Vitamine D is essentieel voor de gezondheid van het menselijk lichaam. Zo speelt het een belangrijke rol bij de opname van calcium en fosfor, wat nodig is voor de ontwikkeling en het behoud van sterke botten en tanden. Toch zijn er verschillende factoren nodig voor een goede vitamine D-aanmaak.

Zo speelt cholesterol een cruciale rol bij de aanmaak van vitamine D in het lichaam. Wanneer de huid wordt blootgesteld aan ultraviolette B-stralen (UVB) uit zonlicht, wordt 7-dehydrocholesterol, een stof in de huid, omgezet in previtamine D3. Dit wordt vervolgens omgezet in de actieve vorm van vitamine D (calcitriol) door allerlei reacties in de lever en de nieren.

De sterkte van ultraviolette straling is een belangrijke factor bij de vitamine D-aanmaak. UVB-stralen zijn verantwoordelijk voor de omzetting van 7-dehydrocholesterol in previtamine D3. De intensiteit van UVB-straling varieert afhankelijk van de geografische locatie, het tijdstip van de dag, het seizoen en de hoeveelheid bewolking. Het is belangrijk om voldoende blootstelling aan zonlicht te krijgen voor een optimale vitamine D-synthese, maar tegelijkertijd is het noodzakelijk om huidbescherming in acht te nemen om de huid niet te beschadigen.

Magnesium is ook een essentieel mineraal dat betrokken is bij tal van lichaamsprocessen, waaronder de vitamine D-stofwisseling. Het helpt bij de omzetting van vitamine D in zijn actieve vorm (calcitriol) en ondersteunt de opname van calcium in het lichaam. Een tekort aan magnesium kan de vitamine D-aanmaak belemmeren en de effectiviteit ervan verminderen.

De lever en de nieren spelen een cruciale rol in de omzetting van vitamine D naar zijn actieve vorm. De lever zet namelijk vitamine D om in 25-hydroxyvitamine D (calcidiol), terwijl de nieren verantwoordelijk zijn voor de omzetting van calcidiol in calcitriol, de actieve vorm van vitamine D. Goede lever- en nierfuncties zijn dus essentieel voor een optimale vitamine D-aanmaak.17,18

Zonlichtblootstelling in Nederland

Zonlichtblootstelling vormt voor ons in Nederland gedurende de zomermaanden een belangrijke bron van vitamine D. Nederland bevindt zich op een breedtegraad van ongeveer 52 graden noorderbreedte, waardoor de zonintensiteit lager is in vergelijking met landen dichter bij de evenaar. De zonnestraling is het sterkst in de zomermaanden, van juni tot en met augustus, wanneer de zon het hoogst aan de hemel staat.

In Nederlandse adviezen is ‘voldoende zonlichtblootstelling’ of ‘voldoende buitenkomen’ gedefinieerd als dagelijks 15 minuten buitenkomen met hoofd en handen ontbloot.1,2  De zonintensiteit in Nederland is in de wintermaanden aanzienlijk lager, met kortere dagen en een lagere zonnestand. De UV-indexwaarden zijn meestal niet hoger dan 1 of 2, waardoor het risico op zonnebrand beperkt is. Van november tot maart bevat het zonlicht in Nederland onvoldoende ultraviolette straling met de juiste golflengte voor voldoende vitamine D-productie.2,3

Vitamine D tekort

Onder onvoldoende zonlichtblootstelling wordt verstaan dat mensen dagelijks minder dan 15 tot 30 minuten buiten komen met hoofd en handen ontbloot onder een hoogstaande zon (tussen 11.00 en 15.00 uur). Naast onvoldoende zonlichtblootstelling door het tijdstip van de dag en seizoen hebben andere factoren zoals leeftijd, huidskleur en gebruik van zonnebrandcrèmes ook invloed op de aanmaak van vitamine D.

In de aanwezigheid van voldoende UVB-stralen vindt vitamine D3-synthese in de huid plaats. Bij blootstelling aan UVB op het gehele lichaam voor 20 minuutjes met een relatief lichte huid in de zomer, maakt het lichaam ruim 10.000 IE (internationale eenheden) vitamine D aan wat gelijk staat aan 250 microgram. Vergeleken met blootstelling aan de zon is voeding een laagwaardige bron, met ongeveer 40 tot 400 IE per portie.

Door binnen werken en het vermijden van de zon in het algemeen is een vitamine D-tekort toch wijdverspreid. Vitamine D wordt in de basis gemeten aan de concentratie 25-hydroxyvitamine-D (25(OH)D), de belangrijkste inactieve opslagvorm van vitamine D. Wanneer we gebruik maken van de minimumwaarde <20 ng/ml (<50 nmol/l) in het bloed, blijkt dat een derde van de wereldbevolking een tekort heeft. Dit komt neer op ongeveer 40% van de mensen in Europa.4 Maar wanneer heb je nu precies een vitamine D-tekort volgens de wetenschap?

Tekort of niet: waar komt deze verwarring vandaan?

Een voortdurende discussie is gaande over de definitie van vitamine D-tekort, wat zichtbaar wordt als we de verschillende aanbevelingen van verschillende groepen deskundigen opmerken.5,6 Ze zijn het over twee punten eens:

  • 25OHD-waarden onder 12 ng/ml (30 nmol/l) zijn te laag op alle leeftijden.
  • Niveaus boven 30 ng/ml (75 nmol/l) zijn voldoende.

Er is onenigheid over hoe niveaus tussen 12 en 30 ng/mL (30 en 75 nmol/L) moeten worden beschouwd. Sommige richtlijnen bevelen een drempelwaarde aan van 20 ng/ml (50 nmol/L),7 terwijl andere streven naar ≥30 ng/ml (≥ 75 nmol/L).8 Waar deze discussie voornamelijk op gebaseerd is, is het gebrek aan standaardisatie van de 25(0H)D-test.9 Want wat is precies insufficiënt, toereikend of toxisch? Doordat onder andere onderzoeksgegevens een variabiliteit van 25(OH)D-waardes laten zien, blijft de controverse in stand en stagneert de ontwikkeling van vitamine D-richtlijnen.

Deze afkappunten zijn belangrijk voor klinisch onderzoek. Er is namelijk weinig klinisch onderzoek waarbij heel duidelijk vitamine D-deficiënte proefpersonen onderdeel waren van het onderzoek. De effecten van vitamine D-suppletie op personen met een aangetoond tekort zouden ons weleens veel inzichten kunnen verschaffen omdat vitamine D een drempelvoedingsstof is.10

Dit houdt in dat een fysiologisch eindpunt, zoals calciumabsorptie, versterkt wordt tot aan de drempelwaarde waar hogere niveaus niet tot een groter effect leiden. Kortom, een klinisch onderzoek met proefpersonen van wie de vitamine D waarden boven de drempelwaarde liggen, kunnen geen tot weinig effect opleveren.11

Waarom wél vitamine D suppletie?

Het lichaam is in staat om vitamine D op te slaan in de weefsels om het te kunnen gebruiken wanneer het nodig is. Maar, voor deze regulatie en werking zijn voldoende 7-dehydrocholesterol, blootstelling aan de zon, vitamines en mineralen nodig. Veel cross-sectionele, observationele en retrospectieve onderzoeken hebben daarnaast een lage vitamine D-status in verband gebracht met allerlei ziektes (diabetes type 2, kanker, osteoporose, immuunziektes, hypertensie en cardiovasculaire aandoeningen).12,13,14,15 Deze rapporten suggereren een grote invloed van vitamine D op de gezondheid van de meeste menselijke orgaansystemen.

Er zijn bepaalde risicogroepen die zeker baat hebben bij vitamine D-suppletie:

  • Zwangere vrouwen
  • Oudere personen in zorginstellingen
  • Mensen met osteoporose
  • Baby’s jonger dan 1 jaar
  • Volwassenen met een gastric bypass
  • Mensen met een getinte of donkere huidskleur
  • Gesluierde mensen

Tot slot

Vitamine D vervult dus allerlei belangrijke functies in ons lichaam (immuunsysteem, cardiovasculaire functies en spieren). Toch geven we nog een disclaimer: uiteraard zijn gezonde eet- en leefgewoonten, zoals niet roken en een normaal gewicht, ook van groot belang voor optimale gezondheid en om chronische aandoeningen te voorkomen. Wij adviseren daarom in de basis ook alleen extra vitamine D in de wintermaanden waarin er onvoldoende UVB-straling is, eventueel aangevuld met een onderhoudsdosering in de overige maanden wanneer je onvoldoende zonblootstelling hebt.16

Referenties
  1. Gezondheidsraad. (2000). Voedingsnormen‐calcium, vitamine D, thiamine, riboflavine, niacine, pantotheenzuur en biotine [Dietary reference intakes‐calcium, vitamin D, thiamin, riboflavin, naicin, pantothenic acid and biotin].
  2. van Volksgezondheid, M., & en Sport, W. (2008). Naar een toereikende inname van vitamine D-Advies-Gezondheidsraad.
  3. Webb, A. R. (2006). Who, what, where and when—influences on cutaneous vitamin D synthesis. Progress in biophysics and molecular biology92(1), 17-25.
  4. Mogire, R. M., Mutua, A., Kimita, W., Kamau, A., Bejon, P., Pettifor, J. M., … & Atkinson, S. H. (2020). Prevalence of vitamin D deficiency in Africa: a systematic review and meta-analysis. The Lancet Global Health, 8(1), e134-e142.
  5. Bouillon, R. (2017). Comparative analysis of nutritional guidelines for vitamin D. Nature Reviews Endocrinology, 13(8), 466-479.
  6. Giustina, A., Bouillon, R., Binkley, N., Sempos, C., Adler, R. A., Bollerslev, J., … & Bilezikian, J. P. (2020). Controversies in vitamin D: a statement from the third international conference. JBMR plus, 4(12), e10417.
  7. Ross, A. C., Manson, J. E., Abrams, S. A., Aloia, J. F., Brannon, P. M., Clinton, S. K., … & Shapses, S. A. (2011). The 2011 report on dietary reference intakes for calcium and vitamin D from the Institute of Medicine: what clinicians need to know. The Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism, 96(1), 53-58.
  8. Holick, M. F., Binkley, N. C., Bischoff-Ferrari, H. A., Gordon, C. M., Hanley, D. A., Heaney, R. P., … & Weaver, C. M. (2011). Evaluation, treatment, and prevention of vitamin D deficiency: an Endocrine Society clinical practice guideline. The Journal of clinical endocrinology & metabolism, 96(7), 1911-1930.
  9. Sempos, C. T., & Binkley, N. J. P. H. N. (2020). 25-Hydroxyvitamin D assay standardisation and vitamin D guidelines paralysis. Public Health Nutrition, 23(7), 1153-1164.
  10. Heaney, R. P. (2014). Guidelines for optimizing design and analysis of clinical studies of nutrient effects. Nutrition reviews, 72(1), 48-54.
  11. Rejnmark, L., Bislev, L. S., Cashman, K. D., Eiríksdottir, G., Gaksch, M., Grübler, M., … & Jorde, R. (2017). Non-skeletal health effects of vitamin D supplementation: A systematic review on findings from meta-analyses summarizing trial data. PloS one, 12(7), e0180512.
  12. Bellou, V., Belbasis, L., Tzoulaki, I., & Evangelou, E. (2018). Risk factors for type 2 diabetes mellitus: an exposure-wide umbrella review of meta-analyses. PloS one, 13(3), e0194127.
  13. Saponaro, F., Saba, A., & Zucchi, R. (2020). An update on vitamin D metabolism. International Journal of Molecular Sciences, 21(18), 6573
  14. Ohyama, Y., & Yamasaki, T. (2004). Eight cytochrome P450s catalyze vitamin D metabolism. Frontiers in Bioscience-Landmark9(5), 3007-3018.
  15. Kumar, R., Tebben, P. J., & Thompson, J. R. (2012). Vitamin D and the kidney. Archives of biochemistry and biophysics523(1), 77-86.
Sluiten