Diabetes (suikerziekte)
- Diabetes is een chronische aandoening waarbij de bloedsuikerspiegel te hoog is
- Mogelijke klachten zijnverhoogde dorst, frequent urineren, vermoeidheid en wazig zicht
- Er zijn twee hoofdtypen diabetes: type 1 diabetes (T1D) en type 2 diabetes (T2D).
- T1D is een auto-immuunziekte, terwijl T2D vaak wordt veroorzaakt door leefstijl, overgewicht en genetische factoren.
- Een gezonde leefstijl en voeding met een lage glycemische index worden aanbevolen om de bloedsuikerspiegel onder controle te houden.
In het kort
- Diabetes is een chronische aandoening waarbij de bloedsuikerspiegel te hoog is
- Mogelijke klachten zijnverhoogde dorst, frequent urineren, vermoeidheid en wazig zicht
- Er zijn twee hoofdtypen diabetes: type 1 diabetes (T1D) en type 2 diabetes (T2D).
- T1D is een auto-immuunziekte, terwijl T2D vaak wordt veroorzaakt door leefstijl, overgewicht en genetische factoren.
- Een gezonde leefstijl en voeding met een lage glycemische index worden aanbevolen om de bloedsuikerspiegel onder controle te houden.
Wat is diabetes (suikerziekte)?
Diabetes mellitus is een chronische aandoening waarbij de bloedsuikerspiegel langdurig verhoogd blijft. Dit komt doordat het lichaam te weinig insuline produceert of er onvoldoende op reageert. Insuline, een hormoon uit de alvleesklier, zorgt ervoor dat glucose uit het bloed wordt opgenomen in de cellen om als energie te dienen. Wanneer dit proces verstoord raakt, hoopt glucose zich op in het bloed, met diverse gezondheidsrisico’s tot gevolg.
Er zijn twee hoofdtypen diabetes:
Type 1 diabetes (T1D): dit is een auto-immuunziekte waarbij het immuunsysteem de insuline-producerende bètacellen in de alvleesklier vernietigt. Hierdoor maakt het lichaam geen of te weinig insuline aan. T1D begint meestal op jonge leeftijd, maar kan op elke leeftijd voorkomen. De ziekte komt vaker voor in noordelijke landen zoals Finland dan in warmere gebieden zoals China en Venezuela.
Type 2 diabetes (T2D): ontwikkelt zich geleidelijk en begint met insulineresistentie: de lichaamscellen reageren minder goed op insuline, waardoor glucose minder efficiënt wordt opgenomen. In eerste instantie produceert de alvleesklier extra insuline om dit te compenseren, maar op den duur raakt dit systeem overbelast en daalt de insulineproductie. T2D komt vaker voor op latere leeftijd en wordt beïnvloed door leefstijl en genetische factoren.
Diabetes testen
Om te testen of iemand diabetes heeft zijn er drie verschillende bloedsuikertests.
- Nuchtere plasma glucose: wordt gemeten na minstens 8 uur vasten. Een waarde van 7.0 mmol/L duidt op diabetes.
- 2-uur plasma glucose: meet de bloedsuikerspiegel vóór en 2 uur na het drinken van een glucose-oplossing om te beoordelen hoe het lichaam suiker verwerkt. Een waarde van meer dan 11.1 mmol/L na 2 uur wijst op diabetes.
- HbA1c: meet de gemiddelde hoeveelheid bloedglucose over de afgelopen drie maanden. Een HbA1c-waarde van 6,5% of hoger duidt op diabetes, terwijl waarden tussen 5,7% en 6,4% wijzen op prediabetes en alles onder 5,7% als normaal wordt beschouwd.
De bovenstaande tests kunnen aantonen of je diabetes hebt, maar niet welk type. Om vast te stellen of je type 1 of type 2 diabetes hebt, kan een arts kijken naar:
- Auto-antistoffen: dit zijn eiwitten van het immuunsysteem die gezonde cellen aanvallen, zoals de bètacellen in de alvleesklier die insuline produceren. Bij type 1 diabetes kunnen deze auto-antistoffen worden aangetoond in een bloedtest. De aanwezigheid van twee of meer auto-antistoffen (bijvoorbeeld tegen insuline, GAD, of IA-2) duidt sterk op type 1 diabetes.
- Ketonen: bij type 1 diabetes gebruikt je lichaam ketonen als energiebron omdat er niet genoeg glucose beschikbaar is. Een urinetest kan de aanwezigheid van ketonen detecteren.
Symptomen
De symptomen van T1D kunnen sterk lijken op die van T2D, maar er zijn ook verschillen.
Symptomen die bij beide types kunnen voorkomen
- Verhoogde dorst
- Verhoogde honger
- Frequent urineren
- Vermoeidheid en zwakte
- Wazig zien
- Trage wondgenezing
- Gevoelloosheid of tintelingen in de handen of voeten
Specifieke symptomen van T1D
- Plotseling ontwikkeling van klachten
- Onverklaarbaar gewichtsverlies
Specifieke symptomen van T2D
- Geleidelijk ontwikkeling van klachten
Oorzaken
Hoewel T1D als een auto-immuunziekte wordt beschouwd, zijn de specifieke oorzaken nog niet volledig begrepen. Genetische aanleg en omgevingsfactoren spelen beide een rol in de ontwikkeling van de ziekte. De belangrijkste genetische risicofactor is de aanwezigheid van bepaalde HLA-genen, hoewel andere genen ook bijdragen aan de erfelijkheid. Onderzoek naar omgevingsfactoren is minder eenduidig, maar het blijkt dat blootstelling aan bepaalde virussen (zoals humaan enterovirus B), dieetfactoren en de samenstelling van de darmflora geassocieerd worden met een hoger of lager risico op T1D.
T2D heeft verschillende oorzaken, waaronder zowel genetische aanleg als omgevingsfactoren. Overgewicht, een ontstekingsbevorderend dieet en een gebrek aan lichaamsbeweging verhogen het risico op T2D. Vooral buikvet is een sterke risicofactor, omdat het leidt tot een ophoping van vet in de lever en alvleesklier die het lichaam niet meer kan verwerken, meestal door een langdurige overconsumptie van calorieën.
Voedingsadviezen
Er is geen eenduidig bewijs voor een bepaald dieet wat helpt bij diabetes. Voor diabetes geldt het algemene advies om een gezond te eten, met de nadruk op onbewerkte voedingsmiddelen en voedingsmiddelen met een lage glycemische index, zoals groenten, fruit, volkoren granen.
Supplementen
- Voor T2D worden supplementen zoals berberine en oplosbare vezels (zoals psyllium) vaker aangeraden om de insulinegevoeligheid te verbeteren en de bloedsuiker te reguleren.
- Bij T1D zijn er minder specifieke supplementen die routinematig worden aanbevolen. Er is wel onderzoek naar micronutriënten zoals vitamine D, zink, en selenium, maar deze zijn meestal niet gericht op het behandelen van T1D zelf, maar meer op het ondersteunen van de algemene gezondheid en het immuunsysteem.
Te vermijden voedingsmiddelen:
- Bewerkte granen en toegevoegde suikers
- Bewerkte voeding
- Verzadigd vet
Opmerkingen
Advies voor TD1
Voor mensen met T1D is het van belang om de bloedsuikerspiegel na elke maaltijd goed te monitoren en aanpassingen te maken op basis van de insulinedosering en de hoeveelheid koolhydraten die zijn gegeten. De reguliere behandeling van TD1 bestaat uit dagelijkse insuline-injecties of continue subcutane insuline-infusie. Aanvullende therapieën zoals pramlintide en mogelijk GLP-1 receptoragonisten worden onderzocht om de bloedsuikerregulatie te optimaliseren.
Advies voor TD2
Het langdurig consumeren van te veel energie leidt tot vetophoping in de lever en alvleesklier, wat kan resulteren in T2D. Bij T2D ligt de focus vaak op gewichtsverlies. Het verliezen van zelfs een klein percentage van het lichaamsgewicht kan helpen bij het verbeteren van de bloedsuikercontrole en het verminderen van de insulineresistentie. Daarnaast speelt ontspanning een belangrijke rol in het beheersen van type 2 diabetes. Stress kan de bloedsuikerspiegel verhogen, doordat het lichaam stresshormonen zoals adrenaline en cortisol produceert, die de insulinegevoeligheid kunnen verminderen. Door regelmatig tijd te nemen voor ontspanning, kunnen mensen met type 2 diabetes hun stressniveau verlagen, wat kan helpen bij het stabiliseren van de bloedsuikerwaarden.
Wanneer leefstijl aanpassingen niet voldoende zijn kunnen bepaalde medicijnbehandeling van toepassing komen waaronder metformine, sulfonylureumderivaten, DPP4-remmer, SGLT2-remmer en GLP1-agonist.
Aanvullende leefstijltips voor TD1 en TD2:
- Lichaamsbeweging is cruciaal voor zowel T1D als T2D. Het helpt de insulinegevoeligheid te verbeteren en de bloedsuikerspiegel te reguleren.
- Voldoende slaap (minimaal 7 uur per nacht) en ontspanning zijn belangrijk voor zowel het beheersen van de bloedsuikerspiegel als voor het algemene welzijn. Ontspanning helpt namelijk om het stresshormoon cortisol te verlagen, wat helpt de bloedsuikerspiegel te stabiliseren.
Voor het schrijven van deze pagina is gebruik gemaakt van Examine database en WebMD.