Orthomoleculair kennisinstituut
Menu

Vitamine A

In het kort
  • Vitamine A is een vetlosbare vitamine, welke voornamelijk aanwezig is in lever, vis en melkproducten. Groenten en fruit bevatten de voorloperstof (bètacaroteen) wat ons lichaam kan omzetten in vitamine A.
  • De twee belangrijkste vormen zijn retinol acetaat en retinol palmitaat.
  • Vitamine A is onder andere van belang voor de ogen, genexpressie, groei en ontwikkeling, celdeling, slijmvliezen, longfunctie en de afweer tegen ziektes.
  • Symptomen van een vitamine A tekort zijn onder andere een verminderde eetlust, hoofdpijn, spierpijn en verminderd gezichtsvermogen wat tot blindheid kan leiden.
  • Vitamine A kan worden ingezet bij o.a.: eczeem, acne , verminderde immuniteit, maculadegeneratie, lekkende darm syndroom, corona, brandwonden en cataract.
In het kort

Wat is Vitamine A?

Vitamine A is een in vet oplosbare vitamine waarvan de verschillende vormen retinol, retinaal, retinoïnezuur en retinylester bevatten. Deze verschillende vormen van vitamine A worden gezamenlijk vaak retinoïden genoemd. De meest krachtige vorm van vitamine A, all-trans retinol, is de vorm van retinol in de voeding.1

Retinol is aanwezig in dierlijke producten zoals eieren, volle melk, boter, verrijkte margarine, vlees en olieachtige zeevis.2 Dierlijk lever bevat de hoogste hoeveelheid retinol. Ongeveer twee derde van de vitamine A inname komt van retinol uit voeding.3 De vitamine A familie bevat ook provitamine A-carotenoïden, de voorlopers van retinol. Ongeveer een derde van de vitamine A uit voeding is afkomstig van planten, die carotenoïden synthetiseren en vervolgens in het lichaam worden omgezet in vitamine A.2

Carotenoïde pigmenten (inclusief alfa-, bèta- en gamma-caroteen en cryptoxanthine) zijn aanwezig in granen, oliën, groene en gele groenten, maar ook in wortels en fruit.4 De hoeveelheid carotenoïden die wordt geabsorbeerd en omgezet in vitamine A hangt af van de ingenomen hoeveelheid, de vitamine A-status van het individu en de carotenoïdencarrosserieën. Carotenoïden leveren ongeveer een derde van de vitamine A die nodig is in een gemiddeld dieet.4

Wat is Vitamine A?

Gebruik

Vitamine A wordt onder andere ingezet voor: het tegengaan van tekorten, ter verbetering van het gezichtsvermogen, leeftijdsgebonden maculadegeneratie (AMD), glaucoom, cataract, retinitis pigmentosa, infecties en ter verbetering van de immuunfunctie. Daarnaast is het ook in te zetten bij huidaandoeningen zoals acne, eczeem, psoriasis, koortslippen, wonden, brandwonden, zonnebrand, keratosis follicularis (ziekte van Darier), ichthyosis (niet-inflammatoire huidschilfers), lichen planus pigmentosus en pityriasis rubra pilaris.

Vitamine A wordt daarnaast ook gebruikt om tekorten te behandelen als gevolg van abnormale opslag en transport van vitamine A bij mensen met abetalipoproteïnemie, eiwitgebrek, diabetes mellitus, koorts, leverziekte of cystische fibrose met leverbetrokkenheid. Daarnaast is het in te zetten bij zware menstruatie, premenstrueel syndroom (PMS), atrofische vaginitis, candidiasis, fibrocystische borstaandoeningen, verminderd aantal zaadcellen, maag-darmzweren, ziekte van Crohn, parodontitis, darmparasieten, diabetes, osteoartritis, tuberculose, luchtweginfecties, Hurler syndroom (mucopolysaccharidosis), sinusitis, allergische rhinitis en urineweginfecties (UTI’s).

Het gebruik van vitamine A kenmerkt zich tevens door het verminderen van complicaties van mazelen, shigellose, atrofische rhinitis, verlies van reukvermogen, astma, aanhoudende hoofdpijn, nierstenen, alcoholische hepatitis, autisme, de ziekte van Parkinson, complicaties van multiple sclerose (MS), bloedarmoede, doofheid, tinnitus en leukoplakie. Andere orale toepassingen zijn het voorkomen en behandelen van kanker, non-Hodgkin-lymfoom en nadelige effecten op chemotherapie of radiotherapie, preventie van atopische aandoeningen, degeneratieve aandoeningen van het zenuwstelsel, bescherming van het hart en het cardiovasculaire systeem (antioxiderende effecten), genezing na fotoreactieve keratectomie en het verminderen van complicaties geassocieerd met bypass-kransslagader (CABG) en het vertragen van het verouderingsproces.

De vetoplosbare vitamine wordt bovendien gebruikt ter preventie van sterfgevallen gerelateerd aan malaria bij kinderen, longontsteking en HIV bij kinderen met een vitamine A tekort. Daarnaast is het gebruikelijk om het oraal in te nemen om het risico op HIV-overdracht op de foetus tijdens de zwangerschap, overdracht op de pasgeborene tijdens de bevalling en vroege borstvoedingsperioden te verminderen. Ook zwangerschap gerelateerde complicaties, koorts en diarree na de bevalling bij ondervoede vrouwen kunnen behandeld worden met vitamine A.

Het nutriënt gebruikt men daarnaast om de groei van kinderen met een vitamine A-tekort te verbeteren, en voor geestelijke en lichamelijke ontwikkeling bij zuigelingen. In de praktijk is het gebruikelijk om vitamine A in te zetten voor de verbetering van wondgenezing, het (plaatselijk) verminderen van rimpels en ter bescherming van de huid tegen uv-straling.

Intramusculair wordt vitamine A gebruikt voor het voorkomen en behandelen van de symptomen van een tekort, waaronder xeroftalmie en nachtblindheid, het voorkomen van een tekort bij mensen met malabsorptie, het voorkomen van bronchopulmonale dysplasie bij te vroeg geboren baby’s en het voorkomen van stresszweren bij ernstig zieke ziekenhuispatiënten.

Vitamine A is vereist voor visie, groei en botontwikkeling, reproductie, celproliferatie en differentiatie, immuunfunctie en voor de slijmvlies- en epitheeloppervlakken. All-trans retinol wordt door een onbekend mechanisme in het lichaam omgezet in all-trans retinoïnezuur. All-trans-retinoïnezuur is de actieve vorm van vitamine A in bijna alle biologische processen. Retinoïnezuur reguleert de expressie van verschillende genen die coderen voor structurele eiwitten, zoals keratine in de huid; enzymen, zoals alcoholdehydrogenase; extracellulaire matrixeiwitten en retinol bindende eiwitten en receptoren.3,5 Vitamine A reguleert ook genen, inclusief die van het dopaminerge systeem, in de hersenen en het centrale zenuwstelsel.6 Het nutriënt werkt als een cofactor bij de synthese van mucopolysachariden, cholesterolsynthese, het metabolisme van hydroxysteroïden en glycoproteïne glycosylatie.7

Gebruik

Veiligheid

Waarschijnlijk veilig

Vitamine A is veilig bij volwassenen wanneer het wordt ingenomen in doseringen lager dan het aanvaardbare bovenste inname niveau (UI) van 10.000 IE/dag.2 Hogere doseringen verhogen het risico op bijwerkingen. Er is ook een groeiende bezorgdheid dat het nemen van hoge doseringen antioxidanten zoals vitamine A meer kwaad dan goed kan doen. In een analyse van studies wordt het nemen van enkelvoudige vitamine A-supplementen of in combinatie met andere antioxidanten geassocieerd met een verhoogd risico op sterfte door verschillende oorzaken.57,58

Mogelijk onzeker

Vitamine A is mogelijk onveilig wanneer het wordt gebruikt in hogere doseringen. Vitamine A in een dagelijkse dosering van 25.000 IE gedurende 6 maanden gevolgd door een dosering van 10.000 IE dagelijks gedurende 6 maanden, is met schijnbare veiligheid gebruikt in één klinische studie.52

Langdurig gebruik van overmatige doses vitamine A kan echter significante bijwerkingen veroorzaken, zoals hypervitaminose A. Het risico op het ontwikkelen van hypervitaminose A is gerelateerd aan de totale cumulatieve dosis vitamine A in plaats van een specifieke dagelijkse dosis. 57,58,59,60

Er is onvoldoende betrouwbare informatie beschikbaar over de veiligheid van het gebruik van sublinguale of actuele formuleringen van vitamine A.

Kinderen

Waarschijnlijk veilig

Vitamine A is waarschijnlijk veilig voor kinderen wanneer het oraal of intramusculair wordt gebruikt. Een veilige hoeveelheid vitamine A is afhankelijk van de leeftijd. Voor kinderen tot 3 jaar lijken doseringen van minder dan 2000 eenheden per dag veilig te zijn. Voor kinderen van 4 tot 8 jaar lijken doseringen van minder dan 3000 IE per dag veilig te zijn. Voor kinderen van 9 tot 13 jaar lijken doseringen van minder dan 5700 eenheden per dag veilig te zijn. Voor kinderen van 14 tot 18 jaar lijken doseringen van 9300 eenheden per dag veilig.2

Mogelijk onveilig

Vitamine A is mogelijk onveilig wanneer oraal gesuppleerd in hoge doseringen. Het advies is daarom voor kinderen tot 3 jaar doseringen hoger dan 2000 IE per dag te vermijden. Voor kinderen van 4 tot 8 jaar is het advies om doseringen van 3000 IE per dag te vermijden. Voor kinderen van 9 tot 13 jaar is dit 5700 IE per dag en voor kinderen van 14 tot 18 jaar, 9300 IE.2 Suppletie van hoge doseringen vitamine A zijn in verband gebracht met een verhoogd risico op bijwerkingen zoals longontsteking, botpijn en diarree.61,5

Zwangerschap en lactatie

Waarschijnlijk veilig

Wanneer oraal of intramusculair en op de juiste manier gebruikt is vitamine A veilig tijdens zwangerschap en borstvoeding wanneer het wordt gebruikt in doseringen van minder dan 10.000 IE per dag.2,62

Mogelijk onveilig

Vitamine A kan bij oraal of intramusculair gebruik mogelijk onveilig zijn in hogere doseringen. Zo kan een dagelijkse inname van meer dan 10.000 IE misvormingen bij de foetus veroorzaken.63 Daarnaast is overmatige inname van vitamine A via de voeding ook in verband gebracht met teratogeniteit.64

Het eerste trimester van de zwangerschap lijkt de kritieke periode te zijn voor gevoeligheid voor vitamine A-geassocieerde geboorteafwijkingen, zoals craniofaciale afwijkingen en afwijkingen van het centrale zenuwstelsel.2 Vormen van vitamine A zijn te vinden in verschillende voedingsmiddelen, waaronder dierlijke producten (voornamelijk lever) sommige verrijkte ontbijtgranen en voedingssupplementen.63

Veiligheid

Bijwerkingen

Vitamine A wordt over het algemeen goed verdragen bij doseringen onder aanvaardbare bovengrens. In klinisch onderzoek is er vrijwel geen sprake van bijwerkingen, of ze komen in dezelfde mate voor als in de placebogroep.24,51,65,66

Hypervitaminose A treedt soms op wanneer vitamine A wordt ingenomen in doseringen boven de aanvaardbare bovengrens. Acute hypervitaminose A kan optreden bij volwassenen en kinderen wanneer de inname 100 keer groter en 20 keer hoger zijn dan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid.

Chronische hypervitaminose A kan optreden bij inname van vitamine A bij dagelijkse doseringen hoger dan 25.000 IE gedurende meer dan 6 jaar of dagelijks 100.000 IE dagelijks gedurende meer dan 6 maanden.67 De hoeveelheid vitamine A die chronische toxiciteit veroorzaakt, wordt echter beïnvloed door factoren zoals doseringsschema, vorm, gezondheidstoestand, voedingsfactoren zoals ethanol- en eiwitinname en interacties met vitamine C, D, E en K.68

De lever is de belangrijkste opslagplaats van vitamine A. Hepatotoxiciteit geassocieerd met orale inname van vitamine A heeft sterftegevallen tot gevolg gehad.2,69 Er bestaat bezorgdheid dat de inname van hoge doseringen vitamine A het sterftekansrisico zou kunnen verhogen, maar deze associatie is in twijfel getrokken door andere onderzoekers.57

Hypervitaminose A kan verschillende dermatologische symptomen veroorzaken, waaronder een droge huid en lippen; scheurtjes, schilfers en jeukende huid; roodheid van de huid; hyperpigmentatie; en massale huidpeeling.2,5 Daarnaast zij broze nagels, cheilitis, gingivitis en haarverlies in verband gebracht met hypervitaminose A. Andere symptomen zijn verhoogde leverenzymen, diarree, misselijkheid, anorexia, buikpijn en braken. 5,7

Hypervitaminose A kan het risico op osteoporose en botbreuken, botpijn en longinfecties verhogen.61

Andere bijwerkingen zijn hoofdpijn, verhoogde druk in het hersenvocht, duizeligheid, wazig zien, prikkelbaarheid, slaperigheid, duizeligheid, delirium, coma, zwelling van de optische schijf, uitpuilende oogbollen, koorts, zweten, moeite met gewicht verliezen of gewichtsverlies en visuele stoornissen.2

Hypervitaminose A kan spider angiomen, bloedarmoede, leukopenie, leukocytose en trombocytopenie veroorzaken, evenals symptomen die een depressie of schizofrene stoornis nabootsen.2 Bij zuigelingen werd spiercoördinatie en uitpuilende fontanel gemeld.49 Het verhogen van de inname van vitamine A via de voeding gaat gepaard met een verhoogd risico op maagcarcinoom.70

Intravaginaal kan all-trans-retinoïnezuur vaginale afscheiding, jeuk, irritatie en verbranding veroorzaken.71 Intramusculair kunnen injecties met vitamine A pijnlijk zijn. Een geval van intracraniële hypertensie is gemeld bij recent vitamine A-gebruik.49

Bijwerkingen

Interacties

Medicijnen

Hepatotoxische drugs
Het aanvaardbare bovenste inname niveau UI is het hoogste niveau van inname dat waarschijnlijk geen risico op bijwerkingen met zich meebrengt. Het is specifiek voor leeftijd en geslacht. Doseringen van vitamine A boven de UI kunnen hepatotoxische effecten veroorzaken, variërend van verhoogde leverenzymen tot leverfalen.2,72

Theoretisch kan het nemen van hoge doseringen vitamine A in combinatie met andere potentieel hepatotoxische geneesmiddelen het risico op leverziekte verhogen. Adviseer patiënten daarom om hoge doseringen vitamine A niet met andere hepatotoxische geneesmiddelen te combineren. Sommige geneesmiddelen die de lever nadelig kunnen beïnvloeden, zijn paracetamol (Tylenol), amiodaron (Cordarone), carbamazepine (Tegretol), isoniazide (INH), methotrexaat (Rheumatrex), methyldopa (Aldomet) en vele anderen.

Retinoïden
Retinoïden, die vitamine A-derivaten zijn, kunnen additieve toxische effecten hebben wanneer ze worden ingenomen met vitamine A-supplementen.73 Adviseer patiënten die retinoïden gebruiken om vitamine A-supplementen te vermijden. Sommige van deze retinoïden omvatten acitretine (Soriatane), bexaroteen (Targretin), etretinaat (Tegison) en isotretinoïne (Accutane), tretinoïne (Retin-A, Renova) en tazaroteen (Avage).

Tetracycline antibiotica
Goedaardige intracraniële hypertensie (pseudotumor cerebri) kan optreden met tetracyclines en met vitamine A-intoxicatie (een acute overdosis of chronische accumulatie van doses van 40.000 IE per dag of meer). Casusrapporten suggereren dat gelijktijdig gebruik van tetracyclines en vitamine A het risico op deze aandoening kan verhogen.74

Vermijd daarom hoge doseringen vitamine A bij mensen die chronisch tetracyclinen gebruiken. Tetracyclines omvatten demeclocycline (Declomycin), minocycline (Minocin) en tetracycline (Achromycin).

Warfarin (Coumadin)
Vitamine A-toxiciteit wordt geassocieerd met bloeding en hypoprothrombinemie, mogelijk als gevolg van vitamine K-antagonisme.75 Hoge doseringen vitamine A kunnen het risico op bloedingen met warfarine verhogen. Adviseer volwassenen patiënten die warfarine gebruiken om doseringen vitamine A van boven de aanvaardbare bovengrens van 10.000 IE per dag te vermijden.

Kruiden en supplementen

IJzer
Vitamine A kan de hemoglobinewaarden verbeteren bij mensen met bloedarmoede en lage serum retinolwaarden. Het is onwaarschijnlijk dat vitamine A-supplementen significante effecten hebben op de ijzerstatus bij mensen zonder vitamine A-tekort.36

Voeding

Vet
Vet verhoogt de opname van vitamine A.2

Lab testen

Bilirubin
Vitamine A kan een valse toename van de resultaten van de bilirubinetest veroorzaken met behulp van het reagens van Ehrlich.7

Cholesterol
Er zijn niet-onderbouwde rapporten dat vitamine A valse verhogingen van de serumcholesteroltestresultaten kan veroorzaken, gemeten door de Zlatkis-Zak-reactie.7

Ziektes

Alcoholisme
Chronische alcoholinname kan de nadelige effecten van vitamine A versterken, met name hepatotoxiciteit. Er zijn aanwijzingen dat chronische en overmatige inname van ethanol cytochroom P450 2E1 (CYP2E1) het metabolisme van vitamine A induceert, wat de productie van hepatotoxische en carcinogene vitamine A-metabolieten kan verhogen.2

Anemie
Bloedarmoede wordt mogelijk niet voldoende behandeld met ijzersupplementen, alleen bij patiënten met vitamine A-tekort. Vitamine A-tekort schaadt de mobilisatie van ijzer uit lichaamszaken. Het combineren van vitamine A met ijzersuppletie bij bloedarme patiënten met gelijktijdige vitamine A-tekort lijkt de hemoglobineconcentraties beter te verbeteren dan alleen ijzer.2

Vet malabsorptiezorgen
De orale vitamine A-absorptie is verminderd in omstandigheden waarbij de vetabsorptie is verminderd, zoals coeliakie, kort darmsyndroom, obstructieve geelzucht, cystische fibrose, pancreasziekte en levercirrose.2 Met water mengbare orale vitamine A-preparaten moeten worden gebruikt bij patiënten met vetmalabsorptiestoornissen.

Hyperlipidemie
Type V hyperlipoproteïnemie verhoogt het risico op vitamine A hypervitaminosis.2

Intestinele infecties en infestaties
Ascariasis, giardiasis, haakworm, salmonellose, schistosomiasis en andere darminfecties en parasitaire aandoeningen kunnen de orale vitamine A-absorptie verminderen.2

IJzerdeficiëntie
IJzergebrek kan het metabolisme van vitamine A beïnvloeden.76

Lever ziekte
Patiënten met leverziekte kunnen een verhoogd risico op hypervitaminose en hepatotoxiciteit hebben, vooral als ze buitensporige doseringen vitamine A nemen.2

Ondervoeding
Bij ernstige ondervoeding van eiwitenergie (marasmus en kwashiorkor) is er een verminderde afgifte van retinol uit de lever. Totdat de voedingsstatus is genormaliseerd, is er een verhoogd risico op vitamine A-hypervitaminose.2

Zinkdeficiëntie
Zink is vereist bij hepatische synthese van retinol bindend eiwit. Zonder voldoende zink kunnen symptomen van vitamine A-tekort optreden, ondanks vitamine A-suppletie.77 Zink in combinatie met vitamine A lijkt de maatstaven van vitamine A-toereikende waarden bij ondervoede kinderen beter te verbeteren dan vitamine A of zink alleen.

Interacties

Dosering

Volwassen

Oraal

Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) voor volwassenen: mannen van 19 jaar en ouder, 900 mcg per dag (3000 IE); vrouwen 19 jaar en ouder, 700 mcg / dag (2300 IE); zwangerschap 19 jaar en ouder, 770 mcg / dag (2600 IE); lactatie 19 jaar en ouder, 1300 mcg / dag (4300 IE).2

Vitamine A doseringen worden meestal uitgedrukt in IE, maar vermelding in microgram wordt soms ook gebruikt. Een mcg vitamine A is gelijk aan 3,33 IE vitamine A. Vitamine A-aanbevelingen zijn voor retinol of voorgevormde vitamine A. Eerder werden vitamine A ADH-aanbevelingen uitgedrukt als retinolequivalenten (RE) om rekening te houden met de verschillen in bioconversie van de verschillende vitamine A vormt zich naar retinol. Retinol-activiteitsequivalenten (RAE) worden nu gebruikt: 1 mcg retinol is gelijk aan 1 RAE wat gelijk is aan 2 mcg aanvullend bètacaroteen, 12 mcg dieet bètacaroteen en 24 mcg dieet alfa-caroteen of beta-cryptoxanthine. Voorgevormde vitamine A (retinol) of provitamine A-carotenoïden uit plantaardige producten zijn een aanvaardbare vitamine A-bron, hoewel provitamine A-carotenoïden in grotere hoeveelheden moeten worden geconsumeerd.2 Consumptie van 5 porties fruit en groenten per dag levert 5-6 mg provitamine A carotenoïden, die ongeveer 50% tot 65% van de volwassen ADH voor vitamine A levert.2

Bloedarmoede
Vitamine A 3.333-10.000 IE is dagelijks gebruikt.37

Chronische stralingsproctitis
Vitamine A 10.000 IE gedurende 90 dagen dagelijks.42

Colorectaal adenoom
Een combinatiesupplement met selenium 200 mcg (als L-selenomethionine), zink 30 mg, vitamine A 2 mg (als retinol), vitamine C 180 mg en vitamine E 30 mg (als Da-tocoferolacetaat) dagelijks gedurende 5 jaar of tot het opnieuw optreden van een adenoom, is gebruikt.43

Coronaire bypass-operatie (CABG)
Vitamine A 5000 IE als dagelijks gedurende 21 dagen.43

Longkanker
Na een operatie is vitamine A 300.000 IE dagelijks gedurende 12 maanden gebruikt.50

Multiple sclerose-gerelateerde vermoeidheid
Vitamine A 25.000 IE als retinylpalmitaat (Zahravi Pharmaceutical) dagelijks gedurende 6 maanden gevolgd door 10.000 IE dagelijks gedurende 6 maanden, is gebruikt.52

Orale leukoplakie
Vitamine A 200.000 – 300.000 IE per week gedurende 6-12 maanden is gebruikt.18

Fotoreactieve keratectomie
Vitamine A 75.000 IE dagelijks gedurende 30 dagen in drie verdeelde doses, gevolgd door 50.000 IE dagelijks gedurende 2 maanden in twee verdeelde doseringen, als retinolpalmitaat, met vitamine E 460-690 mg als alfa-tocoferyl nicotinaat, is gebruikt.56

Post-partum diarree
Vitamine A 23.000 IE wekelijks vóór, tijdens en na de zwangerschap is gebruikt.27

Zwangerschapsgerelateerde mortaliteit
Vitamine A 23.300 IE wekelijks vóór en tijdens de zwangerschap.28

Zwangerschapgerelateerde nachtblindheid
Vitamine A 23.300 IE wekelijks vóór en tijdens de zwangerschap is gedurende 3 weken dagelijks gebruikt met of zonder 35 mg zink.28

Retinitis pigmentosa
Vitamine A 15.000 IE dagelijks, met of zonder vitamine E 400 IE dagelijks, wanneer gedurende 4-6 jaar gebruikt.30

Kinderen

Oraal

Adequate inname (AI) niveaus van vitamine A voor zuigelingen zijn vastgesteld: geboorte tot 6 maanden, 400 mcg per dag (1300 IE); 7 tot 12 maanden, 500 mcg per dag (1700 IE). De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) voor kinderen is vastgesteld: kinderen 1 tot 3 jaar, 300 mcg per dag (1000 IE); 4 tot 8 jaar, 400 mcg per dag (1300 IE); 9 tot 13 jaar, 600 mcg dagelijks (2000 IE); jongens van 14 jaar en ouder, 900 mcg per dag (3000 IE); meisjes van 14 jaar en ouder, 700 mcg per dag (2300 IE); zwangerschap 14 tot 18 jaar, 750 mcg dagelijks (2500 IE); borstvoeding 14 tot 18 jaar, 1200 mcg per dag (4000 IE).2

Autisme
Vitamine A 200.000 IE is eenmaal gebruikt.30

HIV-gerelateerde diarree
Vitamine A 400.000 IE als drie afzonderlijke doseringen met een tussenpoos van 4 maanden is gebruikt in combinatie met conventionele geneesmiddelen bij kinderen van 6 maanden tot 5 jaar.47

Malaria
Vitamine A 100.000 IE bij zuigelingen van jonger dan 12 maanden of 200.000 IE bij zuigelingen van 12-24 maanden, aan het begin en het einde van een periode van 6 maanden is gebruikt met of zonder zink 10 mg per dag gedurende 6 maanden. Vitamine A 200.000 IE, in 200 mcL arachideolie met 10 mcg vitamine E als conserveermiddel, is om de 3 maanden gedurende 13 maanden gebruikt bij kinderen van 6-60 maanden.78

Mazelen
Vitamine A 200.000 IE oraal voor ten minste twee enkele doses voor kinderen ouder dan een jaar en twee enkele doses van 100.000 IE voor zuigelingen zijn gebruikt.16

Algemene mortaliteit
Een hoge dosering vitamine A wordt aanbevolen voor kinderen in de leeftijd van 6-59 maanden in landen met een laag en gemiddeld inkomen waar vitamine A-tekort een volksgezondheidsprobleem is. Een enkele dosis vitamine A 100.000 IE wordt aanbevolen voor zuigelingen van 6-11 maanden oud, en vitamine A 200.000 IE elke 4-6 maanden wordt aanbevolen voor kinderen van 12-59 maanden oud.79

Vitamine A-tekort
Bij kinderen van 6-72 maanden werd vitamine A als retinylacetaat in olie 200.000 IE om de 6 maanden gedurende 5 jaar gebruikt.24

Standaardisatie en formulering

Orale suppletie van vitamine A wordt vaak geleverd in pindaolie, plantaardige olie of sojaolie met vitamine E als conserveermiddel.27 Het kan ook worden geleverd als een met water mengbare formulering.

Retinol en retinylesters zijn de meest voorkomende vormen van vitamine A in het lichaam. De meest voorkomende retinylesters die in het lichaam aanwezig zijn, zijn die van palmitinezuur, oliezuur, stearinezuur en linolzuur.

Een andere bekende vorm van vitamine A is palmitaat. Palmitaten zijn de zouten en esters van palmitinezuur. Net als retinol palmitaat, is retinol propionaat ook een retinolester waarbij retinol en propionzuur aan elkaar zijn bevestigd. Tevens bestaat er de vorm retinol acetaat. Dit is een natuurlijke vorm van vitamine A, de acetaatester van retinol.

De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid stelt dat de drie vormen retinol acetaat, retinol palmitaat en retinol propionaat effectieve bronnen van vitamine A zijn, die eveneens het meest voorkomen in supplementen.

Dosering
Referenties
  1. Lips P. (2003). Hypervitaminosis A and fractures. New England Journal of Medicine, 348, 347-349.
  2. Food and Nutrition Board, Institute of Medicine. (2002). Dietary Reference Intakes for Vitamin A, Vitamin K, Arsenic, Boron, Chromium, Copper, Iodine, Iron, Manganese, Molybdenum, Nickel, Silicon, Vanadium, and Zinc. Washington, DC: National Academy Press.
  3. Denke MA. (2002). Dietary retinol–a double-edged sword. Journal of the American Medical Association, 287, 102-114.
  4. Hickenbottom SJ, Follett JR, Lin Y, et al. (2002). Variability in conversion of beta-carotene to vitamin A in men as measured by using a double-tracer study design. American Journal of Clinical Nutrion, 75, 900-907.
  5. Baineni R, Gulati R, Delhi CK. (2017). Vitamin A toxicity presenting as bone pain. Archives of Disease in Childhood, 102(6), 556-568.
  6. Takeda A, Nyssen OP, Syed A, et al. (2014). Vitamin A and carotenoids and the risk of Parkinson’s disease: a systematic review and meta-analysis. 42(1):25-38.
  7. McEvoy GK, ed. (1998). AHFS Drug Information. Bethesda, MD: American Society of Health-System Pharmacists.
  8. Singh, V. and West, K. P., Jr. (2004). Vitamin A deficiency and xerophthalmia among school-aged children in Southeastern Asia. European Journal of Clinical Nutrition, 58(10), 1342-1349.
  9. Gopaldas, T., Gujral, S., and Abbi, R. (1993). Prevalence of xerophthalmia and efficacy of vitamin A prophylaxis in preventing xerophthalmia co-existing with malnutrition in rural Indian children. Journal of Tropical Pediatrics, 39(4), 205-208.
  10. Shankar, A. V., West, K. P., Jr., Gittelsohn, J., Katz, J., and Pradhan, R. (1996). Chronic low intakes of vitamin A-rich foods in households with xerophthalmic children: a case-control study in Nepal. American Journal of Clinical Nutrion, 64(2), 242-248.
  11. Zhang S, Hunter DJ, Forman MR, et al. (1999). Dietary carotenoids and vitamins A, C, and E and risk of breast cancer. Journal of the National Cancer Institute, 91, 547-567.
  12. Fulan, H., Changxing, J., Baina, W. Y., Wencui, Z., Chunqing, L., Fan, W., Dandan, L., Dianjun, S., Tong, W., Da, P., and Yashuang, Z. (2011). Retinol, vitamins A, C, and E and breast cancer risk: a meta-analysis and meta-regression. Cancer Causes Control, 22(10), 1383-1396.
  13. Cumming RG, Mitchell P, Smith W. (2000). Diet and cataract: the Blue Mountains Eye Study. Ophthalmology, 10, 450-456.
  14. Wang A, Han J, Jiang Y, Zhang D. (2014). Association of vitamin A and ß-carotene with risk for age-related cataract: a meta-analysis. Nutrition, 30(10), 1113-1121.
  15. Cui YH, Jing CX, Pan HW. (2013). Association of blood antioxidants and vitamins with risk of age-related cataract: a meta-analysis of observational studies. American Journal of Clinical Nutrion, 98(3), 778-786.
  16. Huiming, Y., Chaomin, W., and Meng, M. (2005). Vitamin A for treating measles in children. Cochrane Database Systematic Review, (4).
  17. Sudfeld, C. R., Navar, A. M., and Halsey, N. A. (2010). Effectiveness of measles vaccination and vitamin A treatment. International Journal of Epidemiology, 39.
  18. Sankaranarayanan, R., Mathew, B., Varghese, C., Sudhakaran, P. R., Menon, V., Jayadeep, A., Nair, M. K., Mathews, C., Mahalingam, T. R., Balaram, P., and Nair, P. P. (1997). Chemoprevention of oral leukoplakia with vitamin A and beta carotene: an assessment. Oral Oncology, 33(4), 231-236.
  19. Stich, H. F., Hornby, A. P., Mathew, B., Sankaranarayanan, R., and Nair, M. K. (1988). Response of oral leukoplakias to the administration of vitamin A. Cancer Letters, 40(1), 93-101.
  20. Imdad A, Mayo-Wilson E, Herzer K, Bhutta ZA. (2017). Vitamin A supplementation for preventing morbidity and mortality in children from six months to five years of age. Cochrane Database Systematic Review, 3.
  21. (2011). Guideline: Vitamin A supplementation in infants and children 6-59 months of age. Geneva, World Health Organization.
  22. Mason JB, Benn CS, Sachdev H, West KP Jr, Palmer AC, Sommer A. (2018). Should universal distribution of high dose vitamin A to children cease? British Medical Journal, 360.
  23. Mayo-Wilson, E., Imdad, A., Herzer, K., Yakoob, M. Y., and Bhutta, Z. A. (2011). Vitamin A supplements for preventing mortality, illness, and blindness in children aged under 5: systematic review and meta-analysis. Britisch Medical Journal, 343.
  24. Awasthi S, Peto R, Read S, Clark S, Pande V, Bundy D; DEVTA (Deworming and Enhanced Vitamin A) team. (2013). Vitamin A supplementation every 6 months with retinol in 1 million pre-school children in north India: DEVTA, a cluster-randomised trial. Lancet, 27, 381, 1469-1477.
  25. Fisker AB, Bale C, Rodrigues A, Balde I, Fernandes M, Jørgensen MJ, Danneskiold-Samsøe N, Hornshøj L, Rasmussen J, Christensen ED, Bibby BM, Aaby P, Benn CS. (2014). High-dose vitamin A with vaccination after 6 months of age: a randomized trial. Pediatrics, 134(3), 739-748.
  26. Mason JB, Benn CS, Sachdev H, West KP Jr, Palmer AC, Sommer A. (2018). Should universal distribution of high dose vitamin A to children cease? Britisch Medical Journal, 360.
  27. Christian P, West KP, Khatry SK, et al. (2000). Vitamin A or beta-carotene supplementation reduces symptoms of illness in pregnant and lactating Nepali women. Journal of Nutrion, 130, 2675-2682.
  28. West KP Jr, Katz J, Khatry SK, et al. (1999). Double-blind cluster, randomised trial of low dose supplementation with vitamin A or beta carotene on mortality related to pregnancy in Nepal. The NNIPS-2 Study Group.
  29. Christian P, West KP Jr, Khatry SK, et al. (1998). Vitamin A or beta-carotene supplementation reduces but does not eliminate maternal night blindness in Nepal. Journal of Nutrion, 128, 1458-1463.
  30. Berson EL, Rosner B, Sandberg MA, et al. (1993). A randomized trial of vitamin A and vitamin E supplementation for retinitis pigmentosa. Archives of Ophthalmology, 111, 761-772.
  31. Berson EL, Weigel-DiFranco C, Rosner B, Gaudio AR, Sandberg MA. (2018). Association of Vitamin A Supplementation With Disease Course in Children With Retinitis Pigmentosa. JAMA Ophthalmology, 136(5), 490-495.
  32. Pearson, E., Bose, C., Snidow, T., Ransom, L., Young, T., Bose, G., and Stiles, A. (1992). Trial of vitamin A supplementation in very low birth weight infants at risk for bronchopulmonary dysplasia. The Journal of Pediatrics, 121(3), 420-427.
  33. Shenai, J. P., Kennedy, K. A., Chytil, F., and Stahlman, M. T. (1987). Clinical trial of vitamin A supplementation in infants susceptible to bronchopulmonary dysplasia. The Journal of Pediatrics, 111(2), 269-277.
  34. Kennedy, K. A., Stoll, B. J., Ehrenkranz, R. A., Oh, W., Wright, L. L., Stevenson, D. K., Lemons, J. A., Sowell, A., Mele, L., Tyson, J. E., and Verter, J. (1997). Vitamin A to prevent bronchopulmonary dysplasia in very-low-birth-weight infants: has the dose been too low? The NICHD Neonatal Research Network. Early Human Development, 49(1), 19-31.
  35. Gadhia MM, Cutter GR, Abman SH, Kinsella JP. (2014). Effects of early inhaled nitric oxide therapy and vitamin A supplementation on the risk for bronchopulmonary dysplasia in premature newborns with respiratory failure. The Journal of Pediatrics, 164(4), 744-748.
  36. Fishman SM, Christian P, West KP. (2000). The role of vitamins in the prevention and control of anaemia. Public Health Nutrion, 3, 125-150.
  37. Thorne-Lyman, A. L. and Fawzi, W. W. (2012). Vitamin A and carotenoids during pregnancy and maternal, neonatal and infant health outcomes: a systematic review and meta-analysis. Paediatric and Perinatal Epidemiology, 26, 36-54.
  38. Semba RD, Kumwenda N, Taha TE, et al. (2001). Impact of vitamin A supplementation on anaemia and plasma erythropoietin concentrations in pregnant women: a controlled clinical trial. European Journal of Haematology, 66, 389-395.
  39. Guo M, Zhu J, Yang T, et al. (2018). Vitamin A improves the symptoms of autism spectrum disorders and decreases 5-hydroxytryptamine (5-HT): A pilot study. Brain Research Bulletin, 137, 35-40.
  40. Zhang, X., Dai, B., Zhang, B., and Wang, Z. (2012). Vitamin A and risk of cervical cancer: a meta-analysis. Gynecologic Oncology, 124(2), 366-373.
  41. Bhandari, N., Bahl, R., and Taneja, S. (2001). Effect of micronutrient supplementation on linear growth of children. Britisch Journal of Nutrion, 131-137.
  42. Ehrenpreis, E. D., Jani, A., Levitsky, J., Ahn, J., and Hong, J. (2005). A prospective, randomized, double-blind, placebo-controlled trial of retinol palmitate (vitamin A) for symptomatic chronic radiation proctopathy. Diseases of the Colon & Rectum, 48(1), 1-8.
  43. Bonelli L, Puntoni M, Gatteschi B, et al. (2013). Antioxidant supplement and long-term reduction of recurrent adenomas of the large bowel. A double-blind randomized trial. Journal of Gastroenterol, 48(6), 698-705.
  44. Matos AC, Souza GG, Moreira V, Ramalho A. (2012). Effect of vitamin A supplementation on clinical evolution in patients undergoing coronary artery bypass grafting, according to serum levels of zinc. Nutricion Hospitalaria, 27(6), 1981-1986.
  45. Irlam, J. H., Visser, M. E., Rollins, N., and Siegfried, N. (2005). Micronutrient supplementation in children and adults with HIV infection. Cochrane Database Systematic Review, (4).
  46. Wiysonge CS, Ndze VN, Kongnyuy EJ, Shey MS. (2017). Vitamin A supplements for reducing mother-to-child HIV transmission. Cochrane Database Systematic Review.
  47. Fawzi WW, Mbise RL, Hertzmark E, et al. (1999). A randomized trial of vitamin A supplements in relation to mortality among human immunodeficiency virus-infected and uninfected children in Tanzania. Pediatric Infectious Disease Journal, 18, 127-133.
  48. Humphreys, E. H., Smith, N. A., Azman, H., McLeod, D., and Rutherford, G. W. (2010). Prevention of diarrhoea in children with HIV infection or exposure to maternal HIV infection. Cochrane Database Systematic Review, (6).
  49. Darlow BA, Graham PJ, Rojas-Reyes MX. (2016). Vitamin A supplementation to prevent mortality and short- and long-term morbidity in very low birth weight infants. Cochrane Database Systematic Review, (8).
  50. Pastorino U, Infante M, Maioli M, et al. (1993). Adjuvant treatment of stage I lung cancer with high-dose vitamin A. Journal of Clinical Oncology, 11, 1216-1222.
  51. Mwanga-Amumpaire J, Ndeezi G, Tumwine JK. (2012). Effect of vitamin A adjunct therapy for cerebral malaria in children admitted to Mulago hospital: a randomized controlled trial. African Health Science, 12(2), 90-97.
  52. Bitarafan S, Saboor-Yaraghi A, Sahraian MA, et al. (2016). Effect of Vitamin A Supplementation on fatigue and depression in Multiple Sclerosis patients: A Double-Blind Placebo-Controlled Clinical Trial. Iranian Journal of Allergy, Asthma and Immunology, 2016, 15(1), 13-19.
  53. Kabat GC, Kim MY, Wactawski-Wende J, Shikany JM, Vitolins MZ, Rohan TE. (2012). Intake of antioxidant nutrients and risk of non-Hodgkin’s Lymphoma in the Women’s Health Initiative. Nutrion Cancer, 64(2), 245-254.
  54. Zhang T, Chen H, Qin S, et al. (2016). The association between dietary vitamin A intake and pancreatic cancer risk: a meta-analysis of 11 studies. Bioscience Reports, 36(6).
  55. Bjelakovic G, Nikolova D, Simonetti RG, Gluud C. (2004). Antioxidant supplements for prevention of gastrointestinal cancers: a systematic review and meta-analysis. Lancet, 364, 1219-1228.
  56. Vetrugno M, Maino A, Cardia G, et al. (2001). A randomised, double masked, clinical trial of high dose vitamin A and vitamin E supplementation after photorefractive keratectomy. Britisch Journal of Ophthalmology, 85, 537-539
  57. Bjelakovic G, Nikolova D, Gluud LL, et al. (2007). Mortality in randomized trials of antioxidant supplements for primary and secondary prevention: systematic review and meta-analysis. Journal of American Association, 297, 842-857.
  58. Bjelakovic G, Nikolova D, Gluud C. (2013). Meta-regression analyses, meta-analyses, and trial sequential analyses of the effects of supplementation with beta-carotene, vitamin A, and vitamin E singly or in different combinations on all-cause mortality: do we have evidence for lack of harm? PLoS One, 8(9), 74558.
  59. Kowalski TE, Falestiny M, Furth E, Malet PF. (1994). Vitamin A hepatotoxicity: a cautionary note regarding 25,000 IU supplements. The American Journal of Medicine, 97, 523-528.
  60. Meyers DG, Maloley PA, Weeks D. (1996). Safety of antioxidant vitamins. Archives of Internal Medicine, 156, 925-935.
  61. Griffiths JK. (2000). The vitamin A paradox. The Journal of Pediatrics, 137, 604-607.
  62. Smedts HP, de Vries JH, Rakhshandehroo M, et al. (2009). High maternal vitamin E intake by diet or supplements is associated with congenital heart defects in the offspring. BJOG: An International Journal of Obstetrics & Gynaecology, 116, 416-423.
  63. FDA Talk Paper. (1995). Vitamin A and birth defects (T95-56). Food and Drug Administration, U.S. Department of Health and Human Services.
  64. Azais-Braesco V, Pascal G. (2000). Vitamin A in pregnancy: requirements and safety limits. American Journal of Clinical Nutrion, 71.
  65. Nacul, L. C., Kirkwood, B. R., Arthur, P., Morris, S. S., Magalhaes, M., and Fink, M. C. (1997). Randomised, double blind, placebo controlled clinical trial of efficacy of vitamin A treatment in non-measles childhood pneumonia. British Medical Journal, 8-30, 315(7107), 505-510.
  66. Edmond KM, Newton S, Shannon C, O’Leary M, Hurt L, Thomas G, Amenga-Etego S, Tawiah-Agyemang C, Gram L, Hurt CN, Bahl R, Owusu-Agyei S, Kirkwood BR. (2015). Effect of early neonatal vitamin A supplementation on mortality during infancy in Ghana (Neovita): a randomised, double-blind, placebo-controlled trial. Lancet, 4, 385(9975) 1315-1323.
  67. Penniston KL, Tanumihardjo SA. (2006). The acute and chronic toxic effects of vitamin A. American Journal of Clinical Nutrion, 83(2), 191-201.
  68. Bendich A, Langseth L. (1989). Safety of vitamin A. American Journal of Clinical Nutrion, 49, 358-371.
  69. Russell RM. (2000). The vitamin A spectrum: from deficiency to toxicity. American Journal of Clinical Nutrion, 71, 878-884.
  70. Botterweck AA, van den Brandt PA, Goldbohm RA. (2000). Vitamins, carotenoids, dietary fiber, and the risk of gastric carcinoma: results from a prospective study after 6.3 years of follow-up. Cancer, 88, 737-748.
  71. Meyskens FL Jr, Graham V, Chvapil M, et al. (1983). A phase I trial of beta-all-trans-retinoic acid delivered via a collagen sponge and a cervical cap for mild or moderate intraepithelial cervical neoplasia. Journal National Cancer Institution, 71, 921-925.
  72. Fritz, H., Kennedy, D., Fergusson, D., Fernandes, R., Doucette, S., Cooley, K., Seely, A., Sagar, S., Wong, R., and Seely, D. (2011). Vitamin A and retinoid derivatives for lung cancer: a systematic review and meta analysis. One, 6(6), 21107.
  73. Hansten PD, Horn JR. (1997). Drug Interactions Analysis and Management. Vancouver, WA: Applied Therapeutics Inc. and updates.
  74. Hathcock JN, Hattan DG, Jenkins MY, et al. (1990). Evaluation of vitamin A toxicity. American Journal of Clinical Nutrion, 52, 183-202.
  75. Hardman JG, Limbird LL, Molinoff PB, eds. (1996). Goodman and Gillman’s The Pharmacological Basis of Therapeutics, 9th ed.
  76. Oliveira JM, Allert R, East CE. (2016). Vitamin A supplementation for postpartum women. Cochrane Database Systematic Review.
  77. Christian P, Khatry SK, Yamini S, et al. (2001). Zinc supplementation might potentiate the effect of vitamin A in restoring night vision in pregnant Nepalese women. American Journal of Clinical Nutrion, 73, 1045-1051.
  78. Shankar AH, Genton B, Semba RD, et al. (1999). Effect of vitamin A supplementation on morbidity due to Plasmodium falciparum in young children in Papua New Guinea: a randomised trial, 354, 203-209.
  79. (2018). Guideline: Vitamin A supplementation in infants and children 6-59 months of age. Geneva, World Health Organization.
Vind een orthomoleculaire therapeut bij jou in de buurt
Sluiten